Kerktelefoon kan voor oude
tarief
Uit: Reformatorisch Dagblad.
Wetenschapsredactie. Door: Jacob
Siebelink; Geplaatst: 21-12-2004
WOUDENBERG - Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar de
kerken kunnen vanaf januari hun diensten via de ether uitzenden.
De ’kerkradio’ is maar een van de alternatieven voor de dure
kerktelefonie van KPN. Vorige week konden belangstellenden in
Woudenberg het een en ander beluisteren.
Met de komst van de kerkradio kan kerktelefonie
weer terug naar het tarief van voor de prijsverhoging in 2000. Toch
hoopt Wim Drooger van de stichting Intermediair Kerkomroep Nederland
niet dat de kerken massaal van de ether gebruik zullen maken. „Wanneer
te veel kerken binnen een bepaald gebied via de ether uitzenden, kan
het netwerk dichtslibben.” De stichting probeert kerken daarom zo veel
mogelijk gebruik te laten maken van andere technieken, zoals internet
of kabel. „Zo blijft de ethervariant voorbehouden aan gemeenten die
hiertegen bezwaar hebben. Bovendien is ether niet voor alle kerken de
beste oplossing”, zegt Drooger. De kerken die hun diensten willen
uitzenden via de ether, moeten zelf een zendvergunning aanvragen bij
Agentschap Telecom. De prijs die de kerken hiervoor jaarlijks moeten
betalen, is nog niet bekend, maar zal volgens Johan van der Stoel van
Stream-it tussen de 200 en 300 euro liggen. Het grote voordeel van het
ethersysteem is volgens Van der Stoel de transparantie. „Het
luisterkastje bij de mensen thuis wordt vanuit de kerk ingeschakeld. De
mensen hoeven dan geen uitzending te missen.” Binnen een straal van 15
kilometer kunnen 34 kerken tegelijkertijd van het ethersysteem gebruik
maken. Zonder antenne kunnen luisteraars tot 5 kilometer vanaf de kerk
de dienst volgen. Mensen die verder weg wonen, zullen een antenne op
het dak moeten zetten. De geluidskwaliteit van het ethersysteem is
volgens Van der Stoel hoger dan die van de huidige kerktelefonie van
KPN. Wel moet de kwaliteit van kerktelefonie over de ether het afleggen
tegen andere varianten als internet en kabel.
Kerktelefoon wordt volwassen
BEDRIJVEN BIEDEN MEER DAN MEELUISTEREN VANUIT HUIS
Uit: Reformatorisch Dagblad.
Door: Jacob Siebelink
Geplaatst: 21-12-2004
„Er zijn op dit moment geen diensten beschikbaar.” Een vriendelijke
vrouwenstem uit een grijs kastje maakt de luisteraar duidelijk dat de
kansel leeg is. Maar geen probleem: ook de dienst van vorige week is
nog te beluisteren via de kerktelefoon. Of de trouwdienst in het
naburige dorp. Met de komst van nieuwe kerktelefoontechnieken nemen ook
de mogelijkheden toe. Vorige week presenteerden enkele bedrijven in
Woudenberg drie kant-en-klare oplossingen.
Hoe meer zielen, hoe meer vreugd, denkt de ene kerkelijke
gemeente. Iedereen die maar wil kan de dienst beluisteren via de
kerktelefoon of een ander apparaat. De andere gemeente hecht vooral aan
beslotenheid en wil de erediensten niet voor Jan-en-alleman te grabbel
gooien. Bij het kiezen voor een kerktelefonieoplossingen speelt het
profiel van de gemeente een doorslaggevende rol, zegt Gerard Schaap van
Schaap Professionele Geluidstechniek. Nadat de KPN vier jaar geleden de
prijzen voor kerktelefonie vervijfvoudigde, kreeg de stichting
Intermediair Kerkomroep Nederland (sIKN) een pot met geld met de
opdracht varianten op het KPN-systeem te ontwikkelen. Daarnaast namen
verschillende bedrijven zelf het heft in handen en ontwikkelden hun
eigen variant. Het resultaat: een veelheid aan bruikbare oplossingen
die in de praktijk hun waarde bewijzen. De techniek die qua prijs en
techniek het meest op het oude systeem lijkt, is de ISDN-inbelcentrale.
„De geluidsinstallatie van de kerk is daarbij direct aangesloten op de
telefooncentrale ergens in de kerk”, zegt Herman Vreekamp van Lagarde
uit Putten, leverancier van telecomproducten en alarmsystemen. „Wanneer
de gemeenteleden het kastje dat bij hen thuis staat aanzetten, belt dit
apparaat naar de centrale in de kerk. Omdat elk kastje een uniek nummer
heeft, kan de koster precies zien wie er meeluistert.” Het maximum
aantal luisteraars op één centrale is 120. Daar moet de
kerk zo’n 5000 euro voor neerleggen.
Het inbelsysteem is volgens Vreekamp vooral bedoeld voor de
rechterflank van de gereformeerde gezindte die de kabel, internet- en
etheroplossing geen verantwoorde alternatieven vindt. Omdat de prijs
van ISDN niet concurreert met het huidige systeem van KPN maar wel net
zo betrouwbaar is, is dat een van de belangrijkste verkoopargumenten
die hij zijn klanten voorhoudt. Ook de geslotenheid van het
inbelsysteem noemt Vreekamp een voordeel. De inbelcentrale is volgens
Schaap wat dat betreft het tegenovergestelde van het ethersysteem, een
andere mogelijkheid voor kerktelefonie. Bij het ethersysteem van
Rivendel, dat Schaap levert, zendt een antenne die aangesloten is op de
geluidsinstallatie van de kerk een radiosignaal uit dat de luisteraars
thuis met een speciaal kastje kunnen ontvangen. „Iedereen die in bezit
is van bijvoorbeeld een politiescanner kan bij het ethersysteem
meeluisteren. Niet elke gemeente stelt dat op prijs, zeker niet als je
via de kerktelefoon ook een ledenvergadering wilt uitzenden.” Wim
Drooger, penningmeester van sIKN, weerspreekt dit. „Wij gebruiken voor
kerktelefoon via de ether coderingstechnieken die scanners en
mobilofoons niet kunnen kraken. Misschien is dit een verklaring voor
het prijsverschil: de sIKN vraagt voor de ontvanger bij de mensen thuis
220 euro, terwijl Rivendel hiervoor niet meer dan 99 euro in rekening
brengt.” Dit jaar maakte de overheid bekend dat ze vanaf 1 januari 2005
34 kanalen in de ether beschikbaar stelt voor kerktelefonie. De kerken
moeten zelf een zendvergunning aanvragen bij Agentschap Telecom en ze
betalen voor het etherkanaal jaarlijks enkele honderden euro’s. Elk
kanaal verstuurt de preek over een afstand van maximaal 15 kilometer
door de lucht. „Maar om op die afstand nog iets te kunnen horen, heb je
wel een antenne op het dak nodig”, zegt Maatman. Binnen een straal van
5 kilometer is een draagbaar, portofoonachtig apparaatje voldoende. Het
was volgens Maatman „een hele toer” om Agentschap Telecom duidelijk te
maken dat het hier niet ging om een omroep. „Dan kom je met je
licentiekosten in een heel andere prijsklasse terecht.” De voorwaarden
voor het gebruik van het ethersysteem zijn dan ook duidelijk: Het moet
een live verslag van een openbare dienst zijn. „Jongens die vanuit een
schuur af en toe wat roepen en voor de rest plaatjes draaien, zijn dus
illegaal bezig.” Vanwege het geringe bereik is de etheroplossing vooral
geschikt voor dorpskerken, waar de luisteraars in de directe omgeving
van de kerk wonen. Voor gemeenten die veel luisteraars op grote afstand
van de kerk hebben wonen, kan een combinatie van ether met het
internetsysteem een oplossing zijn. „De sIKN is een sterke voorstander
van deze hybride oplossing”, zegt Drooger. „De schaarse ruimte in de
ether willen we voorbehouden aan mensen die bezwaren hebben tegen de
variant via internet of kabel.”
Cassettebandjes
Schaap spreekt bij kerktelefonie over internet liever over een
intranetsysteem, omdat veel kerken volgens hem een verkeerd beeld
hebben van internet. „Het intranetsysteem is een volledig gesloten
structuur, waarin is vastgelegd welke verbindingen en mogelijkheden je
toestaat. De kerk bepaalt in deze structuur wie de uitzendingen mogen
ontvangen en hoe. Wil je bijvoorbeeld alleen een audioverbinding van A
naar B tijdens de dienst, of wil je dat je de diensten ook later nog af
kunt luisteren?” Het enige wat de luisteraar voor het intranetsysteem
nodig heeft, is een telefoonaansluiting en een luisterkastje. Dat belt
naar een server, een computer die op internet is aangesloten. De kerk
stuurt de uitzending naar deze server, die in de kerk kan staan. „Een
kerk kan bijvoorbeeld een ict-expert uit de gemeente een eigen server
laten maken die het audiosignaal digitaliseert en doorsluist naar de
luisteraars”, zegt Schaap. In de meeste gevallen zal het echter een
centrale server op internet zijn die de kerk al het werk uit handen
neemt. „Het is dan een kwestie van een formulier invullen”, zegt Klaas
Jan Wierenga van het bedrijf Audioserver, die niets anders doet dan het
helpen van kerken met het uitzenden van de kerkdiensten over internet.
De prijs van het intranetsysteem ligt duidelijk onder die van het
KPN-systeem, maar is hoger dan het verzenden via de ether. „Net als bij
ISDN betaalt de gebruiker de belminuten”, zegt Schaap. „Maar voor
iemand die een ADSL-verbinding heeft, geldt dat niet meer, omdat je een
vast bedrag per maand betaalt.” Wierenga noemt zowel de ether als de
inter-/intranetoplossing een goed alternatief voor het oude
KPN-systeem. „De tweede biedt echter meer mogelijkheden. Zo kun je
diensten achteraf beluisteren en kunnen kerken elkaars netwerk
koppelen, als ze toestemming geven.” Vooral het achteraf beluisteren is
volgens hem een succes. „Het wordt nu meer gebruikt dan op dezelfde
tijd meeluisteren. Het is eigenlijk een vervanging van de
cassettebandjes.”
Geluidskwaliteit
Een vraag van veel gemeenten is hoe het nu zit met de geluidskwaliteit
van deze alternatieven. De aanbieders van kerktelefonieoplossingen
haasten zich te zeggen dat hun techniek minstens zo goed is als het
systeem van KPN, waar iedereen vertrouwd mee is. De opstellingen in
Woudenberg geven geen reden om daaraan te twijfelen. De ISDN-variant
heeft dezelfde kwaliteit als de huidige kerktelefoon. De muziek die
Maatman door de ethervariant laat horen is van middengolfkwaliteit, een
stuk beter dan de muziek door een telefoonhoorn. De klank van zowel de
stem als de muziek uit het intranetkastje komt duidelijk als beste uit
de bus. „Objectieve criteria bij het vergelijken van de technieken zijn
moeilijk te geven”, zegt Wierenga. Toch doet hij een poging. „Ether
maakt gebruik van een bandbreedte van ongeveer 2,5 kilohertz, net zoals
de gewone telefoon. Die bandbreedte valt binnen een gebied dat voor
spraak belangrijk is, dus van 300 tot 3000 hertz. Voor ISDN geldt
hetzelfde verhaal. Bij de internetvariant praat je niet over hertz,
maar over kilobits per seconde (kbps). Over een gewone telefoonlijn
gaan 16 of 24 kbps. In het geval van 16 kbps kun je kiezen uit een
bandbreedte van 11, 12 en 16 kilohertz. Intuïtief zou je zeggen:
kies voor 16 kilohertz, maar ik raad altijd 11 kilohertz aan.” Dat
heeft volgens Wieringa te maken met het digitaal comprimeren van audio.
„Comprimeren is altijd informatie weggooien en hoe breder de
frequentieband, hoe meer er gecomprimeerd moet worden om het signaal op
die 16 kbps te zetten. Dat vervormt het geluid hoorbaar, vooral bij
spraak. Ik adviseer een bandbreedte van 11 kilohertz omdat er dan zo
min mogelijk wordt weggegooid.” Die 11 kilohertz is volgens Wieringa
niet de effectieve bandbreedte, omdat een deel daarvan gebruikt wordt
voor de versleuteling van de informatie. „Maar je kunt wel zeggen dat
de bandbreedte significant groter is dan bij ether en ISDN en dat hoor
je terug in de kwaliteit. Bij 24 kilobit per seconde is de kwaliteit
nog beter. Hogere waarden trekt een gewone telefoonlijn niet. Dan
hebben de luisteraars echt ADSL nodig.” Hoewel de ether dezelfde
frequentiebandbreedte gebruikt als een gewone telefoon, stelt Ivo
Maatman dat de kwaliteit van de kerktelefoon beter is dan die van de
gewone telefoon. „In de zender passen wij de zogenaamde
dynamiekcompressie toe, waardoor zachte geluiden worden opgetrokken. De
spreker klinkt daardoor veel krachtiger.” Schaap en Drooger beweren net
als Wieringa dat de kwaliteit van de kerktelefoon over de ether minder
is dan bij de intranetoplossing. „Breedbandverbindingen, zoals ADSL,
zullen in de toekomst steeds normaler en steeds goedkoper worden,
waarmee de kwaliteit van kerktelefonie over intranet verder zal
toenemen”, zegt Schaap. „De toekomst is sterk internet
georiënteerd, zeker met het verder oprukken van glasvezel.”